Kroniek Margarethaklooster Gouda
De Kroniek van het Goudse Margarethaklooster is door vrijwilligers van de werkgroep Gouda op Schrift getranscribeerd en vertaald.
De Kroniek is opgenomen in het Cartularium van het klooster, dat de periode 1453 tot 1522 omvat. Die bevindt zich in het Streekarchief Midden-Holland (Kloosterarchieven 0091. 95, 12 + 34 folia, perkament; de Kroniek op fol. 1 – 6v).
Het Margarethaklooster is in 1386 gesticht door de weduwe Machteld Cosijns in haar huis in de Spieringstraat in Gouda. In de vijftiende en het begin zestiende eeuw was het Margarethaklooster één van de meest welvarende kloosters van Gouda. In 1572 werd het klooster geplunderd en in brand gestoken. De Kroniek beschrijft de geschiedenis van het klooster vanaf de eerste samenwoning van enkele vrome vrouwen in 1386 tot het jaar 1453. Ze is geschreven op verzoek van Heyman Florisz, overste van het klooster, in 1453 door zijn socius, Lambert Willemsz. Beschreven worden vooral de grote problemen waarmee het klooster te kampen had en hoe men die te boven is gekomen.