Boekhouder-generaal Batavia. Ontsluiting bronnen goederenverkeer van de Verenigde Oostindische Compagnie in de achttiende eeuw
Bewerkt door J.E. Schooneveld. Met medewerking van R. Boer, M. Jongma, A.F. Kunst, H.J.A.C. Nijhuis, K.J. van Wijk, G.J. Knaap en J. Buijs.
Gedurende twee eeuwen zijn door de Verenigde Oostindische Compagnie meer dan duizend verschillende producten vervoerd, van abrikozen tot zuurkool en van arak tot zakhorloges. De VOC gebruikte hiervoor vele duizenden schepen, van retourschepen met een maximum van 1150 ton tot kleinere schepen als barken en sloepen die vooral voor de vaart binnen de Indische archipel gebruikt werden. Dit handelsverkeer werd voor het hele octrooigebied van de VOC bijgehouden door de boekhouder-generaal en zijn klerken in Batavia. Jaarlijks werden afschriften van de grootboeken, negotieboeken en journalen overgezonden naar de Kamers Amsterdam en Zeeland. Van deze afschriften zijn voor de achttiende eeuw 55 banden bewaard gebleven waarin per boekjaar werd aangetekend hoeveel en welke goederen tussen patria en het octrooigebied alsmede tussen de gewesten in het octrooigebied onderling vervoerd werden. Deze 55 banden vormen de bronnen voor dit overzicht.
In een database worden het goederenverkeer en de bijbehorende scheepsbewegingen (meer dan 18.000), zowel tussen patria en Azië als binnen Azië zelf, systematisch ondergebracht. De database is opgebouwd rond de reis van een schip. Opgenomen gegevens zijn de naam van het schip, de vertrek- en aankomstplaats, de datum van aankomst of vertrek, de vervoerde producten en de waarde van deze producten. De vele verschillende eenheden die werden gebruikt om de maat of het gewicht van een bepaald product aan te geven en de meer dan duizend specificaties die door de klerken werden toegevoegd om aan te geven welk product het precies betrof, zijn eveneens opgenomen.