Onderzoek Manuscripten Anne Frank
Het Huygens Instituut en de Anne Frank Stichting (Amsterdam) werken samen aan een editiewetenschappelijk en geschiedkundig onderzoek naar de manuscripten van Anne Frank. Het onderzoek richt zich op de ontwikkeling van Anne Frank als schrijfster en op de gebeurtenissen die zij beschrijft.
Het meest bekend is Annes rood-wit geruite dagboek dat zij op 12 juni 1942 voor haar dertiende verjaardag kreeg. In het Achterhuis had zij dit eerste dagboek binnen een half jaar al nagenoeg volgeschreven en ging ze verder in andere cahiers. Twee hiervan zijn bewaard gebleven. Daarnaast zijn er ruim tweehonderd bladen doorslagpapier (ook wel ‘losse vellen’ genoemd) waarop Anne haar dagboeken vanaf het voorjaar van 1944 heeft herschreven. Deze versie hoopte zij na de oorlog als ‘roman van het Achterhuis’ te kunnen publiceren. Verder schreef zij korte verhalen en hield ze een kasboek bij met citaten uit de boeken die ze tijdens de onderduik las. Ook deze teksten maken deel uit van het onderzoek.
Met behulp van de innovatieve technieken en editiewetenschappelijke expertise van het Huygens Instituut worden de manuscripten van Anne Frank optimaal onderzocht. De teksten worden integraal geanalyseerd en met elkaar vergeleken, inclusief alle wijzigingen die Anne erin heeft aangebracht. Naast deze tekstuele analyse worden ook historische aspecten, dwarsverbanden en achtergronden van de teksten onderzocht.
Eind september 2021 zijn de resultaten van het onderzoek gepubliceerd in de digitale editie Anne Frank – Manuscripten (www.annefrankmanuscripten.org). Omdat het auteursrecht op een aantal teksten van Anne Frank nog niet overal is vervallen, is de online editie alleen toegankelijk in zo’n zestig landen waar dit auteursrechtelijk kan. In Nederland is de editie nog niet in te zien, maar bijvoorbeeld wel in België, Duitsland en de Nederlandse Antillen. Later wordt ook een Engelstalige versie van deze editie toegankelijk in de landen waar dat auteursrechtelijk kan.