Limburgse oorkonden
Doel van dit project is de digitalisering en ontsluiting van 442 originele Limburgse oorkonden van vóór 1301 en onderzoek naar de Limburgse middeleeuwse schriftcultuur. Het Regionaal Historisch Centrum Limburg te Maastricht zorgt voor het digitaliseren en online plaatsen van de scans van de originelen op de archiefwebsite. Hieraan worden een aantal metadata toegevoegd, zoals de datum, archiefbewaarplaats en een korte samenvatting van de inhoud van de oorkonde. De belangrijkste archieffondsen zijn het Norbertinessenklooster van Sint-Gerlach te Houthem, de Proosdij Meerssen, de hoogadelijke abdij Thorn, het Premonstratenzer vrouwenklooster Keizersbos te Neer, het klooster Sint-Elisabeth te Nunhem, een aantal Maastrichtse kloosters en de kapittels van Onze Lieve Vrouw en Sint-Servaas.
Onderzoek
Voor het onderzoek naar de geschiedenis van deze periode zijn oorkonden doorgaans de enige bron. Daarom worden deze ook ruggengraat-bronnen genoemd. Aan het gebruik van deze bronnen kleeft een aantal problemen, zoals het middeleeuws schrift, het gebruik van het Latijn, de chronologisch afwijkende gebruiken, de identificatie van personen en plaatsen en last but not least het zogenaamde ‘discrimen veri ac falsi’, ofwel: is een oorkonde echt of vals. Door diplomatisch onderzoek kunnen valse oorkonden van echte worden onderscheiden en falsarissen ontmaskerd. Een tweede fase in de ontsluiting is dan ook de kritisch-wetenschappelijke editie. Als eerste editieproject is de uitgave van 29 oorkonden van het klooster van Sint-Gerlach te Houthem gestart in 2017.
Maastricht
Bij het onderzoek naar de middeleeuwse schriftcultuur vormen de recent uitgegeven oorkonden van het stadsbestuur van Maastricht het uitgangspunt. Onderzocht wordt of de stad in de dertiende eeuw aansluit bij de internationale ontwikkelingen van ambtelijke schrijfcentra en verschriftelijkingstendenzen. Door de tweeherige bestuursstructuur van de stad (met de hertog van Brabant en de bisschop van Luik als soevereine heren) én de aanwezigheid van twee kapittels uit de 9e en 11e eeuw, vormt de reconstructie van het middeleeuws schrijflandschap van Maastricht en omstreken een complexe uitdaging. Hierbij is de inzet van de hulpwetenschappen als paleografie, diplomatiek, sigillografie en chronologie onontbeerlijk.