27-09-2024

De digitale brieven van Belle

Belle van Zuylen is een van de bekendste vrouwen uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis, met een uitgebreid oeuvre. Naast haar essays, boeken, gedichten, muziekstukken, pamfletten en andere publicaties schreef ze vanaf halverwege de achttiende eeuw ook ruim 2600 brieven,
aan familie en vrienden, maar ook aan beroemde tijdgenoten. Haar bekendste citaat, “Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid”, komt uit een van de brieven – uit brief 98 om precies te zijn. Vanaf 27 september 2024 zijn alle brieven voor iedereen online toegankelijk.

Het project om al haar brieven te digitaliseren begint ruim tien jaar geleden, in 2012, als een samenwerking tussen het Huygens Instituut en een groep vrijwilligers, van wie de meesten lid zijn van het Genootschap Belle van Zuylen. Onder leiding van Suzan van Dijk en Madeleine van Strien-Chardonneau wordt gestart met het digitaliseringsproject. De leesbaarheid is een belangrijke aanleiding. De brieven zijn door Uitgeverij Van Oorschot in zes delen gepubliceerd, maar in die vorm lastig om doorheen te komen – niet vanwege de inhoud, wel door de opmaak. Het lettertype is klein, de pagina’s zijn dun, en de brieven zijn geprint zoals Belle van Zuylen ze schreef: gebruikmakend van al het papier wat ze ter beschikking had. De tekst loopt aan één stuk door, zonder alinea’s.

Het publiek toegankelijk maken van de brieven past bovendien bij de missie van het Huygens Instituut om een meer divers beeld van de geschiedenis en cultuur van Nederland te laten zien. Daar horen stemmen van vrouwen bij, en die van Belle van Zuylen, met haar belangrijke positie binnen de Nederlandse cultuurgeschiedenis, in het bijzonder.

Na het pagina voor pagina scannen van alle brieven is er OCR op toegepast, waarbij tekst in een afbeelding met behulp van software in doorzoekbare tekst kan worden omgezet. Vervolgens was het aan de vrijwilligers de taak om deze gedigitaliseerde teksten op te schonen en te voorzien van gemoderniseerde spelling en interpunctie. Voor de nodige context werden daarnaast ook voetnoten en metadata aan de brieven toegevoegd.

Het leest niet alleen prettiger, de digitalisering en daarmee ook de doorzoekbaarheid biedt mogelijkheden om anders naar de brieven te kijken. Ook dat was een nadeel van de gedrukte brieven: de enige mogelijkheid om de teksten te doorzoeken was met behulp van de index. Wie de brieven leest, komt er echter al snel achter dat Van Zuylen een vrouw was met een complexe persoonlijkheid, die met empathie en inlevingsvermogen schreef over haar eigen leven en de daarbij behorende bekommeringen, maar ook over de stand van de wereld, belangrijke maatschappelijke vragen en wetenschappelijke ideeën. Bovendien geven brieven als historische bron ons een uniek inkijkje in het dagelijks leven van die tijd: ze laten ons zien welke gewoontes mensen hadden, hoe ze aten, hoe ze reisden, welke gedragscodes er golden en welke ideeën er besproken werden. Kortom, een index doet geen eer aan de hoeveelheid aan mogelijke thema’s om te onderzoeken en vragen om te beantwoorden. De digitale doorzoekbaarheid geeft die mogelijkheid wél. Het kan onderzoekers ook veel werk uit handen nemen: computers kunnen data vergaren om te analyseren, verbanden te zoeken en te vergelijken met andere databases.

Zo kunnen de brieven inzicht geven in hoe mensen in de achttiende eeuw aan hun boeken kwamen. Belle van Zuylen schreef daar veel over: niet alleen wat ze van de boeken vond, maar ook hoe ze eraan kwam en welke keuzes ze daarin maakte. Sommige boeken wilde ze bijvoorbeeld wel lezen maar niet zelf hebben. In breder perspectief maakt de digitalisering ook netwerkanalyse makkelijker, wat weer heel andere vragen kan beantwoorden: hoe Van Zuylen in haar correspondentie bijvoorbeeld overeenkomt met of juist afwijkt van haar tijdgenoten, met wie ze welke ideeën bespreekt en hoe deze zich ontwikkelen door de tijd heen en ten opzichte van andere denkers.

Haar correspondentie wordt alleen maar waardevoller als deze wordt ingebed in andere netwerken. Daarom worden de brieven van Belle van Zuylen ook opgenomen in de SHEWROTE database. Deze nieuwe database, die onder leiding van hoogleraar Alicia Montoya van de Radboud Universiteit wordt ontwikkeld, heeft als doel inzicht te geven in hoe het werk van vrouwen gelezen en ontvangen werd. Ook dat is een van de vele mogelijkheden van de digitalisering van de brieven van Belle van Zuylen: onderzoek naar de receptie van haar en haar werk.

Een van de dingen die Belle van Zuylen uniek maakt is haar transnationaliteit. Ze maakte als Nederlandse die, zoals veel van de elite in de achttiende eeuw, in het Frans schreef met een internationaal gezelschap en uiteindelijk emigreerde, onderdeel uit van verschillende culturen. Het is dan ook niet meer dan passend dat al haar brieven, voorzien van vertalingen, nu voor iedereen te lezen zijn. Wijnand Mijnhardt zei al eens: wie tijdgenoten leest, komt erachter hoe het in de achttiende eeuw geweest moet zijn, maar wie Belle van Zuylen leest, krijgt ook inzicht in zichzelf.

 

Sanne Stevens is schrijver. Zij richtte na een bachelor en master Geschiedenis aan de Erasmus Universiteit het Schrijfkantoor op. Zij wil de beste verhalen opschrijven en delen met de wereld. Verhalen die mensen aan het denken zetten.